Ja, de wereld verandert snel. De vraag is: hoe ga je daar mee om?

Het is zo’n zinnetje dat je om de haverklap tegenkomt: de wereld verandert razendsnel. En misschien voelt het inmiddels als een cliché, in onze gesprekken met opdrachtgevers en kandidaten komt het zowat dagelijks voorbij. Het besef overspoeld te worden door snelle veranderingen, of, zoals wij ze noemen: drivers of change. Bij veel topmensen leeft het gevoel dat ze 24 uur per dag scherp en fit moeten zijn om alles bij te kunnen houden en veerkrachtig en adaptief te blijven. Zodat ze oog houden voor de mensen en bedrijven met wie ze innovatieve samenwerkingen kunnen ontplooien. En het opvallende is: die aandacht voor grote, grensoverstijgende thema’s wordt afgewisseld met de focus op de steeds persoonlijker behoefte van de klant. Nu ik het zo opschrijf, realiseer ik me nog eens extra hoe extreem dit contrast eigenlijk is.

Collectief brein

Het is ongelooflijk spannend om niet te weten wat er morgen komen gaat. Om niet te weten of je bedrijfsmodel over twee jaar nog wel succesvol is. En dus ook niet te weten welke professionals je dan nodig hebt. Daarom is het goed om af en toe stil te staan bij wat we wél weten. Zoals de zekerheid dat de wereld zal blijven veranderen en nog een stuk complexer zal worden. Om die veranderingen als organisatie het hoofd te kunnen bieden, heb je mensen met specifieke vaardigheden nodig die samen alle uitersten aankunnen. Een collectief brein als leiderschapsteam, dat niet langer de illusie koestert alles te moeten weten, maar vooral de kunst van het meebewegen beheerst. Het samenstellen van zo’n goed functionerend leiderschapsteam is een uitdaging op zich, maar dat is dan weer óns vak. Ik spreek dagelijks inspirerende toezichthouders, directeuren en bestuurders uit verschillende sectoren: van onderwijs tot familiebedrijf. Professionals die zich inmiddels hardop afvragen hoe ze hun MT, directie, RvC en bestuur samen moeten stellen om zich zo goed mogelijk op de uitdagingen van de komende jaren voor te bereiden. Die zich afvragen welke geschikte mensen ze nog niet kennen, maar wel zouden moeten kennen. En hoe ze hun blik hierin kunnen verbreden.

Begin 20e eeuw kenden we een relatief stabiele omgeving met vaste klanten. De blik was vooral naar binnen gericht. En daar paste een leider bij die zijn gezag ontleende aan zijn formele positie.

Halverwege de 21e eeuw kregen bedrijven te maken met opkomende industrieën elders in de wereld. Dat bracht reuring, waarbij we moesten wennen aan het aanpassen van onze markten, processen en producten. De blik moest naar buiten gericht worden en vooral vooruitziend zijn. De leider die hierbij paste was visionair en gericht op transformatie.

Verrijking

Het feit dat deze vraag openlijk gesteld wordt, als het ware op tafel ligt om beet te pakken, is enorme winst. Het zijn deze organisaties waar de stap naar inclusief, complementair en daarmee toekomstbestendig leiderschap steeds dichterbij komt. Ik voel diepe trots voor al deze mensen, die zich een ware leider tonen en de kracht van een inclusief team zien als een verrijking voor het bedrijf.